BHV

Drie letters die staan voor Bedrijfshulpverlening. Slechts 1 artikel in de Arbowet maar van niet te onderschatten belang. Een goede BHV-organisatie kan immers levens redden.  Daarom is het goed om daar eens op in te gaan. 

In artikel 15 van de Arbowet staan 3 taken van de BHV-organisatie: 

1. Bestrijden van een beginnende brand; 

2. Het verlenen van eerste hulp bij ongevallen; 

3. Het ontruimen / evacueren van een bedrijfspand.

De wet stelt hierbij dat  de bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, zijn zodanig in aantal en zodanig georganiseerd dat zij deze taken naar behoren kunnen vervullen. De wijze waarop de BHV-organisatie wordt ingericht is afhankelijk van de volgende factoren:

  • De aard, de grootte en de ligging van het bedrijf
  • De in het bedrijf, inrichting aanwezige gevaren en maatgevende brandrisico’s gerekend met de van toepassing zijnde eisen van overheidswege opgelegde maatregelen en uitgangspunten van beveiliging tegen brand
  • Redelijkerwijs verwachte aantal werknemers en derden en de tijdstippen waarop deze aanwezig kunnen zijn
  • Het redelijkerwijs te verwachten aantal personen dat zich bij brand niet zelfstandig in veiligheid kan brengen
  • Opkomst tijden externe hulpverleningsorganisaties
  • Aanwezigheid van een infrastructuur op het gebied van arbeidsomstandigheden
  • Mogelijkheden om met andere arbeidsorganisaties samen te werken
  • Inschakeling van externe hulpverlening

Uitgangspunten bij de inrichting / vormgeving van de organisatie zijn:

• De BHV-Organisatie moet zo zijn ingericht dat deze haar taken binnen enkele minuten na ontstaan/melding van een calamiteit kan verrichten

• De BHV-Organisatie moet na opkomst van de externe hulporganisaties bijstand verlenen

Dit houdt dus in dat er geen vaste normen zijn voor het aantal BHV-ers. Dit moet bepaald worden op basis van zogenaamde maatgevende scenario’s. In zo’n scenario schetst je de ongewenste gebeurtenis en alles wat er nodig is net als de uit te voeren acties om levensreddend op te treden en letsel te voorkomen. Zo’n scenario biedt ook een basis voor interne oefeningen. Want alleen een jaar extern een dagje trainen is veelal onvoldoende.

De Nederlandse norm NEN 8112 ondersteunt bedrijven om hun BHV-organisatie vorm te geven. Leidend hierin is niet meer de wetgeving alleen, maar ook de eigen verantwoordelijkheid.  Het vormgeven van een BHV-organisatie is maatwerk. De NEN 8112 heeft als insteek dat deze oplossingsgericht is, dus met het doorlopen van een aantal stappen in deze norm komen de maatgevende scenario’s in beeld. Dit leidt tot een BHV-organisatie op maat. 

Welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden de BHV-organisatie heeft zijn schriftelijk vastgelegd in een bedrijfsnoodplan. Hierin wordt ook aangegeven wie er tijdens een calamiteit bevoegd is om te bepalen welke maatregelen genomen worden, hulpdiensten worden ingeroepen en of het pand ontruimt wordt of niet. Dit betekent dat in die situaties de BHV’er een hogere bevoegdheid heeft dan de reguliere leidinggevenden. Het bedrijfsnoodplan heeft een directe relatie met de RI&E, bij het opstellen van dit noodplan moet er echter ook rekening gehouden worden met situationele aspecten (bijvoorbeeld uit de ARI&E). 

Uiteindelijk beschrijft dit bedrijfsnoodplan de organisatorische- en preventieve maatregelen en voorzieningen die een organisaties heeft getroffen om de negatieve effecten van incidenten tot een minimum te beperken.

Het bedrijfsnoodplan kent een aantal herkenbare onderdelen:

1. BHV-plan

2. Communicatieplan

3. Ontruimingsplan

4. Veiligheidsplan

5. Crisisplan

6. Bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen

7. Nazorgplan

Uiteraard dienen BHV-ers voldoende opgeleid en geoefend te zijn. Er dient tenminste jaarlijks een ontruimingsoefening te worden gehouden.  Daarnaast dienen er voldoende middelen aanwezig te zijn zoals blus- en EHBO middelen die ook goed gesignaleerd zijn en goed worden onderhouden / gekeurd.