Nachtwerk, en dan met name onregelmatig nachtwerk brengt grote risico’s met zich mee voor de gezondheid van medewerkers.
Ook voor arbeidstijden is er wet- en regelgeving. De Arbeidstijdenwet (ATW) houdt door middel van het Arbeidstijdenbesluit (ATB) rekening met het feit dat de algemene regels voor sommige beroepen en sectoren niet werkbaar zijn. Voor die sectoren, zoals bijvoorbeeld brandweer of gezondheidszorg, zijn aanvullende regels opgesteld.
Zoals blijkt uit artikel 2:7 ATW is het een misverstand dat deze regels per definitie niet gelden voor zelfstandigen. Daarnaast wordt in artikel 4.1 verwezen naar de Arbowet en de relatie met de Risico Inventarisatie & -Evaluatie. Dit wordt verder aangescherpt door de verplichting om bij gezondheidsproblemen voortvloeiende uit nachtdiensten de arbeid anders moet worden georganiseerd door de werknemer niet meer ’s nachts te laten werken. De arbeidstijdenwet houdt dus al rekening met gezondheidsproblemen door nachtwerk.
In het ATB zijn de volgende regels verwoord voor nachtwerk :
• Weekend: Tussen vrijdag 18.00 uur en maandag 08.00 uur mag een werknemer, naast een nachtdienst van tien uur, twee nachtdiensten van maximaal 11 uur draaien. Na een dergelijke nachtdienst heeft de werknemer minimaal 12 uur rust. Als de werknemer van deze regeling gebruik maakt, moet hij minstens 26 zondagen per jaar vrij hebben. Deze regeling mag niet gebruikt worden in combinatie met de algemene regels voor langere nachtdiensten.
• Bij onvoorziene omstandigheden kan de bezetting buiten het weekend (of een feestdag) onder het vereiste minimum komen. In dit geval mag de werknemer nachtdiensten draaien, waarbij maximaal 12 uur arbeid verricht mag worden. Dit is maximaal 2x per 2 weken en 8x per 52 weken toegestaan. Na een dergelijke nachtdienst heeft een werknemer minimaal 12 uur rust nodig. Ook deze regeling mag niet gebruikt worden in combinatie met de algemene regels voor langere nachtdiensten.
Benoem in de RI&E wat de arbeidstijden zijn. Hou daarbij rekening met gezondheidseffecten van onregelmatige diensten en (structureel nachtwerk). Dit kan verdiepend onderzoek, of een advies daarover, noodzakelijk maken.
Een onregelmatig slaappatroon zorgt namelijk voor verstoring van het bioritme. Want in het algemeen wordt gesteld dat de mens is ingeregeld om overdag actief te zijn en ’s nachts te herstellen door rust. Deze nachtrust zorgt voor fysiologisch herstel van lichamelijke functies en de aanmaak van bepaalde hormonen. Wanneer een slaap-waak cyclus wordt omgekeerd heeft een lichaam tijd nodig om daaraan te wennen. Als deze gewenning niet plaatsvindt door veel wisselingen en een hoge mate van onregelmatigheid dan ontstaan er maag- en darmstoornissen en een verstoord slaapritme.
Daarnaast is er een verhoogde kans op hart- en vaatziekten van maar liefst 40% ten opzichte van een gemiddelde mens. Ook geldt dat voor vrouwen er sprake is van 1,5 maal zoveel kans op borstkanker wanneer zijn een halfjaar hoofdzakelijk nachtarbeid verrichten. Deze cijfers zijn ontleend aan diverse vermelde studies en als zodanig opgenomen in hoofdstuk 28 Nachtarbeid in het Handboek Ergonomie / Human Factors uit 2013.
De gezondheidsraad heeft in 2017 een advies uitgebracht aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nr. 2017/17 d.d. 24 oktober 2017 met als titel “Gezondheidsrisico’s door nachtwerk.” In dit rapport wordt nachtwerk als volgt gedefinieerd:
Nachtwerk is volgens de definitie van de Gezondheidsraad werk dat wordt verricht gedurende uren waarin het lichaam van nature is ingesteld op rust, waardoor het dag-nachtritme van het lichaam wordt verstoord. Deze verstoring van het dag-nachtritme treedt niet alleen op bij nachtdiensten, maar ook bij langere diensten die voor een deel in de nacht vallen, of bij het werken in verschillende tijdzones (zoals in de offshore-industrie en de luchtvaart). In de Arbeidstijdenwet is een nachtdienst gedefinieerd als ‘een dienst waarin meer dan een uur arbeid wordt verricht tussen middernacht en zes uur ’s ochtends’. In het advies over preventieve maatregelen wordt uitgebreider ingegaan op de definitie die de Gezondheidsraad hanteert.
In het rapport maakt men een onderverdeling in gezondheidseffecten naar rato van de bewijzen daarbij worden de weergegeven gezondheidseffecten gerapporteerd:
Waarvoor sterke bewijzen bestaan
- Cardiometabole aandoeningen, dit zijn ziekten die te maken hebben met het hartvaatstelsel of de stofwisseling. Voorbeelden zijn diabetes mellitus (type 2), hart- en vaatziekten en het metaboolsyndroom (een stofwisse- lingsaandoening). De aandoeningen hangen onder meer samen met een ongezonde leefstijl. Zo kunnen slechte eetgewoonten en te weinig lichaamsbeweging van invloed zijn. De belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van cardiometabole aandoeningen zijn overgewicht en obesitas, een ongunstige vetverdeling in het lichaam, een verstoorde glucosehuishouding (insulineresistentie), een verhoogd gehalte aan triglyceriden en HDL-cholesterol in het bloed en een verhoogde bloeddruk.
- Diabetes mellitus (type 2) Op basis van een meta-analyse van Gan e.a. (2014) met acht cohortonderzoeken onder nachtwerkers concludeert de commissie dat er sterk bewijs is voor het bestaan van een verband tussen nachtwerk en het risico op het krijgen van diabetes mellitus (type 2). De bevindingen worden ondersteund door verschillende onderzoeken. Uit twee grote en inmiddels langlopende Amerikaanse cohortonderzoeken onder verpleegkundigen blijkt dat de kans op diabetes mellitus (type 2) onder nachtwerkers toeneemt met het aantal jaren dat men nachtdiensten draait (Pan e.a. 2011). De commissie heeft daarop geschat dat gemiddeld 3 op de 100 gevallen van diabetes onder nachtwerkers veroorzaakt wordt door nachtwerk. Deze schatting is gebaseerd op gegevens van nachtwerkers die vijf jaar nachtdiensten hebben uitgevoerd. Het risico loopt op naar gelang iemand meer jaren nachtwerk heeft gedaan. Bij veertig jaar nachtwerk, dus zo goed als het hele arbeidzame leven, heeft naar schatting 21 op de 100 gevallen van diabetes onder nachtwerkers, de ziekte gekregen door nachtwerk. Daarmee heeft een nachtwerker door veertig jaar nachtwerk te doen uiteindelijk een verhoogd risico op diabetes van naar schatting zo’n 7 procentpunten vergeleken met iemand die geen nachtwerk heeft verricht.
- Hart- en vaatziekten Onder de noemer hart- en vaatziekten vallen verschillende ziektebeelden, zoals hartklachten, hartinfarct, hartfalen, beroerte en perifeer vaatlijden. In drie prospectieve cohortonderzoeken naar het voorkomen van hart- en vaatziekten (en ook in verscheidene prospectieve cohortonderzoeken naar de sterfte aan deze ziekten) is een positief verband gevonden tussen nachtwerk en het risico op hart- en vaatziekten. Op grond van deze gegevens concludeert de commissie dat het bewijs sterk is voor het bestaan van zo’n verband. Aanvullende gegevens uit retrospectieve cohortonderzoeken (waarbij het verrichten van nachtwerk en het ontstaan van ziekten binnen één of meer groepen mensen in een bepaalde periode achteraf in kaart wordt gebracht) ondersteunen deze conclusie. In verschillende cohortonderzoeken is daarnaast vastgesteld dat het risico op hartziekten geleidelijk toeneemt naarmate men meer jaren in nachtdiensten werkt. Op basis van de gegevens van twee langlopende Amerikaanse cohortonderzoeken schat de commissie dat 4 op de 100 gevallen van een hart- of vaatziekte onder nachtwerkers wordt veroorzaakt door vijf jaar lang nachtwerk te hebben gedaan. De schatting loopt op naar 23 op de 100 gevallen na veertig jaar nachtwerk te hebben verricht. Daarmee heeft een nachtwerker door veertig jaar nachtwerk te doen een verhoogd risico op een hart- of vaatziekte van naar schatting bijna 8 procentpunten vergeleken met iemand die geen nachtwerk heeft verricht.
- Slaapstoornissen door nachtwerk: shift work disorder Omdat nachtwerk het normale slaap-waakritme verstoort veronderstelt de commissie dat nachtwerk tot slaapstoornissen kan leiden. Zo is in de literatuur bij nachtwerkers de beroepsspecifieke slaapstoornis shift work disorder (SWD) beschreven. Volgens de diagnostische criteria is er sprake van SWD als: slapeloosheid overdag of overmatige slaperigheid tijdens de dienst is geassocieerd met een werkschema dat overlapt met de normale slaaptijd; de klachten van de patiënt worden geassocieerd met het werken in een ploegendienstrooster in een tijdsperiode van minstens één maand; de slaapverstoring is aangetoond door middel van een slaapdagboek en/of actigrafische monitoring (registreert bewegingen) gedurende minstens zeven dagen; en de slaapverstoring niet door andere medische en/of werkgerelateerde oorzaken kan worden verklaard.
- Slaapproblemen De commissie vat het begrip ‘slaapproblemen’ breed op: zij verstaat daar- onder alle klachten met betrekking tot slaap en slaperigheid in relatie tot nachtwerk, zoals klachten over de duur en kwaliteit van de slaap na de nachtdienst (slecht inslapen, slapeloosheid, korte slaap), slaperigheid tijdens de nachtdienst (moeite hebben met wakker blijven) en vermoeid- heid (een gebrek aan energie hebben). Van de twee beschikbare meta-analyses over slaapproblemen onder nachtwerkers rapporteert er één over een verkorte slaapduur onder nacht- werkers. Van de zes beschikbare prospectieve cohortonderzoeken rapporteren er vier over een positief verband tussen nachtwerk en problemen met de slaap (kortere slaapduur, verslechterde slaapkwaliteit of vermoeidheid). Aanvullende gegevens uit andere typen observationele onderzoeken ondersteunen deze bevindingen. Op grond van deze bevindingen concludeert de commissie dat er een sterk bewijs is voor het bestaan van een verband tussen nachtwerk en slaapproblemen. Uit aanvullende literatuur valt op te maken dat slaapproblemen onder nachtwerkers naar schatting 1,5 tot ruim 2 maal vaker voorkomen dan onder dagwerkers. Hoewel er meer gegevens nodig zijn om preciezere schattingen te kunnen maken, acht de commissie dit toch een belangrijk effect. Er zijn geen gegevens bekend over het bestaan van een verband tussen het aantal jaren dat nachtwerk is verricht en het optreden van slaapproblemen. De slaapproblemen die nachtwerkers ondervinden brengen ook het risico met zich mee dat hun oplettendheid en concentratievermogen afneemt. De werkprestaties hebben hieronder te lijden: er worden vaker fouten gemaakt tijdens het werk en ook de veiligheid op en rond het werk kan in het gedrang komen. Uit een onderzoek uit 2015 van Marquié e.a. komt een sterk verband naar voren tussen nachtwerk en een afgenomen reactievermogen, alertheid en geheugenfunctie. Nachtwerkers werden in dit onderzoek vergeleken met dagwerkers en gepensioneerden. Het risico op werk gerelateerde ongelukken en verwondingen als gevolg van slaaptekort is naar schatting 35% hoger dan bij een normale slaapduur; bij een verminderde slaapkwaliteit is het risico 46% hoger dan bij een normale slaapkwaliteit.
Daarnaast zijn er nog aandoeningen waarvoor op moment van publicatie zwak bewijs of geen eenduidig bewijs voor werd gevonden: dit zijn metaboolsyndroom en borstkanker.
Uit een artikel “Nachtwerk in breder perspectief” uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG), geschreven door prof. dr.K.I. Proper, drs. B. Loef en prof. dr. A.J. van der Beek dat op 28 januari 2020 is gepubliceerd blijkt dat naast de door de Gezondheidsraad gerapporteerde gezondheidseffecten er ook sprake is van een mogelijke verstoring van het immuunsysteem bij nachtwerk. De auteurs hebben hiervoor onderzoek gedaan onder 600, voornamelijk, vrouwelijke ziekenhuismedewerkers die samen ruim 110.000 dagboeken hebben ingevuld in de onderzoeksperiode.
Hieruit bleek dat nachtwerkers circa 20% meer griep- en luchtwegklachten hadden dan dagwerkers. Ook wordt in het artikel aangegeven dat uit eerder onderzoek is gebleken dat nachtwerkers minder lichamelijke activiteiten ontplooien in hun vrije tijd. Als onderbouwing voor dit artikel zijn 20 publicaties c.q. studies opgenomen.
Maatregelen:
Er moet primair ingezet worden op het sterk reduceren van nachtwerk. Daarbij is het van belang om bij resterend nachtwerk goed te roosteren en te voorzien in een zo regelmatig rooster met tijd voor gewenning van het ritme. Ook dient er in de gehele keten vanaf de opdrachtgever tot aan de ZZP-er sprake te zijn van een goede V&G coördinatie waarbij elke partij niet alleen de wettelijke taken uitvoert en de bijbehorende verantwoordelijkheden op zich neemt maar daarbij ook echt integraal kijkt naar V&G.
Want V&G is zoveel meer. En V&G is vooral iets dat we samen moeten borgen. Elke werknemer en opdrachtnemer heeft immers recht op een veilig en gezond werk en zou in goede gezondheid van zijn of haar pensioen moeten kunnen genieten. Want dat is immers een van de leidende principes van onze Arbo-wetgeving.
En dat vraagt ook om een sector breed beleid inzake duurzame inzetbaarheid. In de praktijk uiten veel gezondheidsklachten zich na het 40e levensjaar en wellicht zou dit een ijkpunt kunnen zijn dat een nachtwerker door scholing en competentie ontwikkeling voor sorteert op een “dagwerk” functie.
Begrippen als interne en externe mobiliteit spelen hierbij een belangrijke rol. En er zijn tientallen voorbeelden te geven van interne mobiliteit waarin notoire nachtwerkers uiteindelijk tot tevredenheid overdag werken. Wel blijkt uit diverse gesprekken dat men dan de financiële gevolgen door het wegvallen van de toeslagen als een aderlating ziet. Een duurzaam inzetbaarheidsbeleid houdt hier rekening mee, zo zouden werkgevers en werknemers al vanaf de eerst dag van het dienstverband kunnen sparen voor deze financiële consequenties.
Uiteraard heeft ook de individuele werknemer of ZZP-er een aantal zaken na te leven. Zo zou een ZZP-er ook rekening moeten houden met de Arbeidstijdenwetgeving en zichzelf voldoende hersteltijd en slaaptijd moeten gunnen.
Bronaanpak:
Uiteraard is het uitbannen of sterk reduceren van nachtwerk de beste mogelijkheid om de negatieve gezondheidseffecten te voorkomen.
Collectieve maatregelen:
Beleid voor Duurzame Inzetbaarheid
Aanpassen van de werkroosters:
• Reduceren van opeenvolgende diensten, dus een langere periode van onafgebroken nachtdiensten gevolgd door een periode van onafgebroken dagdiensten.
• Aanpassen van de duur van de diensten aan de fysieke en mentale belasting die gevraagd wordt.
• Bij ploegendiensten (bijvoorbeeld bij projecten) voorwaarts roterend roosteren, dus een week Ochtend, een week Middag gevolgd door een week Nacht etc. Hierbij zou je ook een gedempt golfpatroon kunnen toepassen van OO – MM – NN – OO – MM – NN etc. Dit geeft meer gelegenheid tot aanpassing. Laat hierbij de ochtenddiensten niet voor 07.00 uur beginnen.
Voorlichting en instructie inzake:
• Voeding
• Life Style
• Slapen
Periodiek Medisch Onderzoek
Individuele maatregelen:
Het verbeteren van de slaapkwaliteit:
- Door het verduisteren van de slaapkamer;
- Het kiezen van geluidsarme slaapplek in een gezinssituatie bij het slapen overdag.
- Door rekening houden met het voedingspatroon en de soort voeding die men ’s nachts nuttigt;
- Door een uur voor het slapen niet meer te kijken naar televisie en / of tablets etc. omdat bepaalde typen licht de hersenactiviteit stimuleren en dus allesbehalve ontspannend werken en men daardoor minder snel in een diepe slaap komt.
Bron voor dit artikel:
” Vijf voor twaalf” Aansprakelijkheid bij arbeidsongeschiktheid door nachtwerk.
Publicatie op basis van de masterthesis waarmee Tiemen van der Worp LLM BBA zijn rechtenstudie succesvol heeft afgerond.